De paragrafen

Financiering

Bij het risicobeheer op de gemeentelijke financiering wordt onderscheid gemaakt tussen kortlopende financiering (looptijd korter dan één jaar) en langlopende financiering (looptijd langer dan één jaar).

Renterisico's op korte financiering (kasgeldlimiet)

De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal van de gemeente. Deze grens is om te voorkomen dat een te groot gedeelte van het financieringstekort met kortlopende schulden wordt gedekt. Voor het jaar 2024 bedroeg de kasgeldlimiet 8,5% maal € 364 miljoen is € 30,9 miljoen.

Op basis van de exploitatie, de uitgevoerde investeringen, de uitvoering van de grondexploitaties en de kasstromen met betrekking tot de leningen (rente en aflossing op oude leningen en de opname van een nieuwe lening) heeft de korte schuldpositie in 2024 het volgende beeld laten zien.


Figuur 4.1 Verloop kortlopende middelen 2024 (bedragen maal € 1 waarbij een - bedrag een schuld is en een + een vordering)

Het totaal aan kortlopende middelen (groen) bestaat uit de optelling van:

  1. de schuld/vordering in Rekening Courant bij de BNG Bank (blauw);
  2. middelen aangehouden bij 's-rijks schatkist (zwart).

In de loop van het jaar toont de stand van de kortlopende schulden een wisselend beeld. Dit beeld wordt vooral veroorzaakt door de ontvangsten van de woonlasten die zich voornamelijk concentreren in de maanden maart tot en met juni, en de uitkering van het btw-compensatiefonds in juli.
Daarnaast is half april een voorschot van het Rijk ontvangen ten behoeve van de dekking van de kosten van de opvang van Oekraïners ad € 24 miljoen. De totale uitgaven zijn redelijk evenredig verdeeld over het jaar waarbij er een piek in de uitgaven is waar te nemen in de maanden januari en december.

Gedurende het gehele jaar 2024 is er sprake geweest van een liquiditeitsoverschot in rekening courant bij de BNG Bank. Op het moment dat ons tegoed in rekening courant groter is dan € 2,0 miljoen wordt het bedrag dat deze € 2,0 miljoen overstijgt automatisch afgestort naar de Schatkist op basis van de regeling Schatkistbankieren. De middelen gestald bij de schatkist van het Rijk zijn gedurende het jaar opgenomen met het doel het tekort bij de BNG Bank te minimaliseren.

Op 31 december 2024 is het totaal aan kortlopende schulden een bedrag van € 19,7 miljoen en dit bedrag bestaat volledig uit een schuld in de Rekening Courant bij de BNG Bank.
Op 31 december 2024 is het totaalbedrag aan schatkistbankieren een tegoed bedrag van € 0,1 miljoen. Per saldo is er op 31 december 2024 een tekort van € 19,6 miljoen.

Om te toetsen of we binnen de wettelijke normen van de kasgeldlimiet blijven wordt gebruik gemaakt van de gemiddelde kwartaalschuld.
De gemiddelde kwartaalschuld wordt als volgt berekend: eindsaldi van de korte schulden per laatste dag van de maanden van het kwartaal gedeeld door drie.
In de tabel hieronder wordt de gemiddelde kwartaalschuld vergeleken met de wettelijke kasgeldlimiet. Hilversum heeft in 2024 de kasgeldlimiet niet overschreden omdat gedurende het gehele jaar er sprake is geweest van overliquiditeit.

Vergelijking kortlopende schulden met de kasgeldlimiet

Financieringsgemiddelde < 1 jaar vs. Kasgeldlimiet

1e kwartaal

2e kwartaal

3e kwartaal

4e kwartaal

Gem. Schuld
< 1 jaar.

Begrotingstotaal 1 januari 2024

364.135

364.135

364.135

364.135

Kasgeldlimiet 2023 (=8,5% begrotingstotaal)

a

30.951

30.951

30.951

30.951

Gemiddelde kwartaalschuld < 1 jaar

b

-820

-30.677

-32.906

-697

-16.275

Overschrijding limiet (is +) Onderschrijding (is -)

c = b-a

-31.772

-61.628

-63.857

-31.649

Tabel 4.1 Financieringsgemiddelde 2024 (bedragen maal € 1 miljoen waarbij een - bedrag een vordering is en een + een tegoed)

In 2024 was er sprake van een gemiddeld kwartaaltegoed van € 16,275 miljoen.

Langlopende financiering

Langlopende financiering wordt aangetrokken als op basis van de liquiditeitsprognose wordt voorzien dat de kasgeldlimiet, het wettelijk maximum voor de kortlopende schuld, langdurig zal worden overschreden.

Renterisico is het risico dat herfinanciering van leningen tegen een hoger rentepercentage plaatsvindt dan het in de begroting geraamde rentepercentage waardoor de rentelasten omhoog zullen gaan.
Het renterisico heeft betrekking op de contractuele renteherzieningen en de aflossingen op de langlopende schulden. Het renterisico wordt verkleind door aflossingen in de tijd te spreiden. Het renterisico van de langlopende schuld is, evenals dat van de korte schuld, wettelijk begrensd. Het renterisico wordt getoetst aan de renterisiconorm. De renterisiconorm wordt berekend door een vastgesteld percentage van 20% van het begrotingstotaal. Met een renterisico van 2 % in 2024 is het werkelijke renterisico als zeer laag te kwantificeren.

Renterisiconorm en renterisico's van de langlopende schuld 2024 t/m 2027 op basis van de werkelijke leningportefeuille per 31 december 2024

2024

1

Begrotingstotaal 1 januari 2024

364.135

2

Vastgesteld percentage (Wet Fido)

20%

3

Renterisiconorm (= 1 x 2)

72.827

4

Risico vaste schuld herfinanciering

8.503

5

Ruimte onder risiconorm (= 3 - 4)

64.324

6

Risico als percentage (= 4/1)

2%

Tabel 4.2 Renterisiconorm 2024 (Bedragen maal € 1 miljoen)

Het bedrag genoemd op regel 4 is het bedrag dat in 2024 is afgelost met betrekking tot de lening portefeuille zoals die bestaat per 1 januari 2024.

Deze pagina is gebouwd op 05/28/2025 12:06:33 met de export van 05/28/2025 12:00:07